Dit zijn de bonusopdrachten die bij les 2 horen. De bonusopdrachten zijn een extra uitdaging en test om te kijken of je de les goed begrepen hebt. Probeer ze eerst te maken zonder de oplossing die er onder staat te bekijken. Als het niet lukt of als je wil controleren of je het goed gedaan hebt kan je de oplossing bekijken. Als het met de oplossing nog niet lukt kan je onderaan deze pagina een vraag stellen.


Opdracht 1: String variabelen

Tijdens les 2 heb je geleerd hoe je variabelen van verschillende types aan kan maken, zoals float voor getallen/cijfers. Zo kan de computer in het geheugen iets met een naam die jij bepaalt opslaan en weet de computer wat je bedoelt als je die naam gebruikt. In deze opdracht ga je een nieuw type variabele leren en gebruiken: de string variabele. Deze gebruik je voor stukjes tekst. Maak eerst bovenin de Player class bij de andere variabelen een variabele aan van dit type met de naam Groet. Vergeet niet om public ervoor te zetten, zodat je het in Unity aan kan passen en vergeet ook de puntkomma erachter niet. In de Start () methode kan je nu in de ( ) haakjes achter print “Hello” vervangen met Groet. In Unity kan je dan in de Inspector van het Player object instellen wat de Player zal zeggen zodra je de game start. Dit zie je dan weer in de Console als je het goed gedaan hebt.

Oplossing


Opdracht 2: KeyCode Variabelen

Van de KeyCodes die je hebt gebruikt om de Player naar rechts en links te laten lopen en te laten springen kan je ook variabelen maken. Als je dit doet kan je ze dan in Unity instellen en makkelijk aanpassen. Je kan zelfs twee Player objecten maken en de een met andere knoppen te laten besturen om zo een multiplayer game of level te maken. Maak dus bij de variabelen drie nieuwe variabelen aan van het type KeyCode met de namen Linkstoets, RechtsToets  en SpringToets. Vergeet niet komma’s tussen de namen te zetten en public ervoor te zetten. Vervang dan in de Update () methode de KeyCodes met de juiste namen van de variabelen die je hebt aangemaakt. Stel daarna in Unity in de Inspector van de Player de juiste KeyCodes in die je wil gebruiken om de Player te laten bewegen.

Oplossing


Opdracht 3: Dubbelsprong

In les 2 hebben we ervoor gezorgd dat de Player alleen maar kan springen als je op de grond staat. Het is leuk om een dubbelsprong toe te voegen zodat de Player nog een extra keer kan springen en toch wat hogere plaatsen kan bereiken. Om bij de houden of de Player al voor de tweede keer gesprongen heeft maak je nog een bool variabele aan met de naam Dubbelsprong. In de Spring () methode moet je nu ervoor zorgen dat als je al een keer gesprongen hebt, maar Dubbelsprong nog waar (true) is je toch nog een keer kan springen. Dubbelsprong moet dan op false gezet worden. Tot nu toe heb je na een if steeds maar een regel code gehad die wel of niet uitgevoerd werd. Als je wil dat er meerdere regels wel of niet uitgevoerd worden moet je die na de if tussen { } haakjes zetten. Zet die haakjes na if (!OpDeGrond) om return;  heen. Maak dan ruimte om daarboven, maar binnen de { } haakjes met een if te checken of Dubbelsprong  waar is. Dit doe je met if (Dubbelsprong). Na die regel zet je Dubbelsprong op false. Voor return;  moet je nu het woordje else zetten. Dit zorgt ervoor dat de rest van de methode wel uitgevoerd wordt als de dubbelsprong gebruikt wordt. Tenslotte moet je in de OnCollisionEnter2D() methode Dubbelsprong net als OpDeGrond weer op true zetten, zodat hij weer gebruikt kan worden bij de volgende sprong.

Oplossing

Categorieën: Bonusopdrachten

Subscribe
Abonneren op
guest
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties